“CAFT a traha slordig. Nan a saca un advies sin haci un estudio prome. Por mira den nan carta cu nan a tuma como salida e situacion na 2019, y desde cu mi ta minister nan no a puntra mi nada over Serlimar. Nan no a percura pa busca update pero asina mes a saca advies. Esey no ta un forma serio ni responsabel pa nan informa Rijksministerraad. Y mi a informa Staatssecrtaris di e asunto aki”
Pa informacion mas detaya, e siguiente a ser comparti cu CAFT y Rijksministerraad:
In haar advies op de vastgestelde begroting 2022 verzoekt de CAft om uiterlijk 24 mei a.s. aan te geven in hoeverre rekening zal worden gehouden met haar aanbevelingen. Gelet op de vergaande gevolgen van advies nr.2, nl het uit de begroting halen van additionele financiële bijdrage van AWG 3 miljoen aan Serlimar SG, lijkt het mij nodig dit advies te toetsen. Ik verzoek u vriendelijk dit relaas integraal mee te nemen in de formele reactie van het Land aan de CAft, indien nodig als een bijlage daarbij, met de hoop dat daardoor een nodeloos en slepende discussie kan worden voorkomen.
Kern van het advies
De kern van het advies nr.2 is om de risico’s en de lasten op de begroting van het Land te beperken. Daartoe wordt geadviseerd om een plan van aanpak op te stellen gericht op het oplossen van de knelpunten rondom de heffing en inning. De AWG 3 miljoen aan additionele financiële bijdrage moet uit de begroting 2022 worden gehaald omdat Land niet aan die aanbevelingen uit 2019 heeft voldaan1.
Aanleiding om de AWG 3 miljoen door te strepen is de veronderstelling dat Land geen gevolg aan heeft gegeven aan een advies uit 2019. Die vermoeden is fout. Alvorens daarop in te gaan wil ik wel meegeven dat het zorgelijk is dat een advies met vergaande gevolgen wordt gestoeld op giswerk. CAft heeft met mij geen overleg gevoerd over Serlimar SG (behalve voor een kort gesprek met het College over Parkietenbos) en zij hebben ook geen doorlichting of onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken bij dat bedrijf, en ik heb van hun hand ook geen nadere analyses gezien na hun advies uit 2019.
Achtergrond
Het is alom bekend dat het bedrijf Serlimar SG dermate is beschadigd dat zij na bijna twee jaar surseance nog niet in staat is om op eigen kracht de bij de bewindvoerder bekende schulden af te lossen (ca AWG 21 mln). Het is ook algemeen bekend dat 2020 en 2021 bijzondere jaren zijn geweest, waarbij in het geval van Aruba ook sprake was van tussentijdse wijziging van ministers en de bij hen behorende ambtelijk personeel en inzichten, en een periode van verkiezing en kabinetsformatie.
Status “Plan van aanpak”
Serlimar SG is sinds september vorig jaar een aangelegenheid die tot de zorg van mijn ministerie is toebedeeld. CAft heeft de laatste 8 maanden de tijd gehad om kennis te nemen van het feit dat de door hen verzochte plan van aanpak inmiddels is opgesteld en wordt uitgevoerd. Met een klein onderzoek had men de conclusie met mij kunnen delen dat “heffing en inning” wellicht een belangrijk onderdeel is van het geheel van de problemen binnen het bedrijf, maar dat er ook andere gewichtige factoren zijn die de effectiviteit en efficiëntie van het bedrijf afzwakken. Het begrotingsrisico voor het Land wordt gemitigeerd door de werkwijze bij Serlimar SG grondig te herzien en de bedrijfsvoering te versterken.
Een integrale aanpak is nodig en daarom worden de inspanningen vooralsnog gericht op de volgende zes hoofdterreinen: (1) gebrekkige sturing door de Raad van Toezicht, (2) onbekwame directie en directievoering, (3) rommelig personeelszaken, (4) arbitrair tarievenstructuur, (5) zwakke heffing en innings-capaciteit en beleid, (6) tekort aan duidelijke bedrijfsdoelstelling. De samenhang tussen deze zes terreinen is met een korte doorlichting van het bedrijf (een “quick scan”) snel in kaart gebracht. CAft heeft in 2019 en in de daaropvolgende jaren slechts een geringe onderzoek gedaan en bracht toen al advies uit op basis van een onvolledig beeld. In een onderhoud met Land had men kunnen vernemen dat er inmiddels een integraal plan van aanpak is en dat er op alle terreinen concrete interventies zijn – en worden – uitgevoerd. Dat het college niet bekend is met deze ontwikkelingen en dat men nog de stand uit 2019 hanteert komt omdat dit gesprek met het Land niet is gevoerd.
Status “Heffing en inning”
Zowel op organisatorisch als operationeel vlak zijn concrete stappen genomen waardoor de gewenste randvoorwaarden voor een gezonde bedrijfsvoering en het duurzaam dekken van de financiële risico’s voor het land – hier gaat het over – in zicht komt. De door CAft aangemoedigde vernieuwing en optimalisatie van de innings- en heffing mechanisme is al op gang gezet en het baart vruchten. Daarnaast is er een eerste ronde aan bijstelling van de tarievenstructuur doorgevoerd en daarmee zijn de tarieven per 1 februari 2022 aangepast (verhoogd). Kortom, de motivering om de AWG 3 miljoen uit de begroting te halen is achterhaald.
De aanpassing van “heffing en inning” loopt maar is zonder versterking van andere randvoorwaarden niet anders dan dweilen met de kraan open. Een structurele en houdbare oplossing vereist een integrale aanpak. Productie-efficiëntie is niet haalbaar zonder duidelijke doelstelling, bekwame leiding en revisie van de (wettelijk geregeld) bijzonder nadelige afspraken met de werknemers. Gaat hier concreet om de versterking van de Raad van Toezicht en de Directie, het opstellen van heldere bedrijfsdoelen en taken, en de herziening van de bedrijfsvoering en personeelszaken. Op al deze terreinen zijn concrete stappen genomen.
Copy/paste advies uit 2019
Het copy/paste advies uit 2019 om de verplichting om de tekorten van Serlimar SG aan te vullen te doen vervallen berust op een misvatting. Het advies was toen al simplistisch en lichtvaardig bedacht. Zonder integrale oplossing zal Serlimar SG structureel tekorten blijven realiseren en bij uitblijven van aanvullende middelen zal zij belanden in surseance van betaling en vervolgens faillissement. Ofwel men beland in de huidige situatie.
Een onderzoekje naar de oorsprong van de schuld laat snel uitwijzen dat de tekorten niet het gevolg zijn geweest van de ‘core business’ activiteiten van Serlimar SG. Het bedrijf kan onder normale omstandigheden kostendekkend draaien. Maar het land heeft aan Serlimar SG aanvullende taken opgedragen zonder toekenning van een vergoeding daarvoor. Die bijkomende taken zijn gefinancierd met ‘incidentele’ extra bijdragen die achteraf op begrotingen van land worden opgevoerd, en ook door een heftig opbouw van schulden. De totale schade van dit handelswijze is niet AWG 3 miljoen maar ca AWG 21 miljoen. Met dit inzicht had het advies uit 2019 moeten luiden: herstel de situatie zodat Serlimar SG niet langer tekorten hoeft te boeken.
Surseance van betaling
Aan dit noodlijdende entiteit is op 19 mei 2020 surseance van betaling verleend en daarmee is faillissement (tijdelijk) aangehouden. De surseance loopt na twee jaar af. Verlenging van de surseance is nodig zodat een reddingsplan kan worden uitgevoerd. Zonder een voor de crediteuren aanvaarbare regeling zou de rechtercommissaris geen grond hebben om de surseance te verlengen en dan treedt de staat van insolventie in en wordt het bedrijf failliet verklaard. Het algemeen belang wordt hiermee niet gediend.
Indien CAft bij mij opheldering had gevraagd over de AWG 3 miljoen, dan had ik kunnen vertellen dat de regering bewust heeft gekozen om de opgebouwde schuld van AWG 21 miljoen geleidelijk af te lossen omdat een gefaseerd afbouw een hechtere samenwerking en inspanning vereist van het bedrijf en haar schuldeisers. De kans op een verantwoord herstel is daardoor groter. Bij een goed verloop zal het bedrijf over tijd kunnen bijdragen aan de aflossing van haar schulden. Ik had in een dialoog ook duidelijk kunnen maken dat het bedrag van AWG 3 miljoen volledig budgetneutraal is opgevoerd, en dat alle ministers van Aruba uit hun begrotingen middelen hebben opgeofferd om aan dit bedrijf de kans op een doorstart te bieden.
Heroverweging
De motivering dat is aangevoerd om de AWG 3 miljoen uit de begroting te halen is gedateerd. Anders dan veronderstelt worden alle componenten van het advies uit 2019 uitgevoerd. Er is op dit moment een meer actueel, volledig en accuraat beeld waarbinnen de AWG 3 miljoen moet worden bezien. Ik reken erop dat CAft met dit voortschrijdend inzicht haar advies zal heroverwegen en ik spreek de hoop uit dat men in de toekomst dit complex geval met mij bespreekt, vooraf aan het uitbrengen van een advies.