Oranjestad – Op 3 mei jl. hebben de voorzitter en Secretaris van de Raad van Advies het verslag van de werkzaamheden van de Raad over het jaar 2018 aan de Minister-President aangeboden. Zoals gebruikelijk geeft het jaarverslag niet alleen inzicht in de werkzaamheden, maar bevat het ook een aantal kritische beschouwingen op ontwikkelingen gedurende het verslagjaar.
In het voorwoord schrijft voorzitter mr. F. (Frits) M. d.l.S. Goedgedrag dat hij zich verheugt over het feit dat er (thans) een vruchtbare samenwerkingsrelatie bestaat met zowel de regering als de Staten die gebaseerd is respect voor elkaars positie in het Arubaanse staatsbestel. Het besef is in zijn algemeenheid gegroeid dat de Raad geen tegenstander is van de regering en het parlement maar een kritische adviseur die wenst bij te dragen aan een zo optimaal mogelijk wetgevingsproduct. Dat neemt niet weg dat de Raad in zijn jaarverslag enige kritische kanttekeningen plaatst bij een aantal ontwikkelingen die hem zorgen baart. Een van de ontwikkelingen waar de voorzitter in zijn voorwoord aandacht voor vraagt is het aan het einde van het verslagjaar aanbieden van een groot aantal ontwerpen ter advisering die op 1 januari van het volgende jaar in werking dienen te treden. Hierdoor ontstaat een te korte tijdspanne tussen het indienen van de ontwerpen, het uitbrengen van het advies door de Raad en de behandeling in het parlement. Dit draagt het gevaar in zich van een verzwakking van de reactie van de regering op de adviezen van de Raad (de zogenaamde nadere rapporten) en een inhoudelijk en kwalitatief mindere openbare behandeling in de Staten. Dit is zeer onwenselijk, zeker wanneer het ontwerpen betreft die complex van aard zijn. Dit fenomeen is niet van nu of van Aruba alleen. Ook in de andere landen van het Koninkrijk wordt gewezen op een te snelle behandeling van wetgevingsproducten door alle actoren. Ter waarborging van de kwaliteit van wetgeving pleit de Raad dan ook voor een betere wetgevingsplanning.
Een andere ontwikkeling die de Raad al jaren zorgen baart is de uitvoering van wetgeving. Dit thema loopt als een rode draad door alle ontwerpen waar de Raad zich over buigt. Reden waarom hieraan extra aandacht wordt besteed in het jaarverslag 2018. Naar aanleiding van de in het verslagjaar uitgebrachte adviezen pleit de Raad ervoor dat bij het opstellen van wetgeving reeds bij de aanvang goed gekeken wordt naar de uitvoeringsmogelijkheden en de daarmee verbonden lasten (financiële en anderszins). Het is niet alleen essentieel dat uit een ontwerp blijkt welk probleem het beoogt aan te pakken en binnen welke context, maar ook hoe de wetgever het probleem denkt aan te pakken en wie bij de uitvoering betrokken zijn. Een grondige analyse van de uitvoeringsaspecten (zoals bijvoorbeeld de capaciteit en deskundigheid bij de uitvoerings-organisatie, de uitvoeringskosten en de uitvoering vanuit het perspectief van de burger) alsook het anticiperen op de uitvoeringsfasen kan voorkomen dat er later problemen ontstaan bij de uitvoering van de betreffende wetgeving. Een mooi voorbeeld vormt de instelling van het Parke Marino per 1 januari 2019. Hiermee werd bij wet een aantal gebieden in de wateren aansluitend aan de kust van Aruba aangewezen als natuurreservaten. De Raad juicht deze eerste stap toe maar wijst erop dat daadwerkelijke bescherming meer betekent dan alleen maar aanwijzing en dat het ook effectief toezicht op en handhaving van de regels inhoudt.
Door in het jaarverslag gebruik te maken van de foto’s die de jonge kunstenaar Armando Goedgedrag maakte van de wilde schoonheid van onze kustlijn en de unieke verzameling mariene flora en fauna die daar leeft, hoopt de Raad de aandacht te vestigen op een betere bescherming van wat ons dierbaar is.
Wie meer wil lezen over bovengenoemde thema’s en de werkzaamheden van de Raad in 2018 en de unieke foto’s wil bekijken, kan het Jaarverslag 2018 vinden op de website van de Raad; www.rva.aw onder het hoofdstuk ‘Publicaties’.